In 'Was ik maar...' door Mies van Hout zijn alle beestjes een beetje jaloers op wat een ander kan.
De spin zou graag lief en schattig zijn, zoals een lieveheersbeestje.
De vlinder wil minder opvallen en de slak droomt ervan net zo ver te kunnen springen als een krekel.
Alle beestjes in dit boek zijn een beetje jaloers op wat een ander kan.
Maar ze lijken te vergeten waarom ze zelf zo bijzonder zijn!
Toch is er één wezentje dat het meest kan van allemaal...
Maar ze lijken allemaal te vergeten wat ze zelf zo bijzonder maakt...
Aantal pagina's: 32
Uitgeverij Hoogland & van Klaveren.